Urine-incontinentie, ook onvrijwillig urineverlies genoemd, is een veelvoorkomend probleem. De kwaal komt het meest voor bij ouderen en vooral bij kwetsbare ouderen. Incontinentie kan negatieve lichamelijke, mentale en sociale consequenties hebben. Ook heeft incontinentie grote impact op de familie en zorgverleners van de patiënt. Onderzoek laat zien dat vooral bij ouderen de zorg voor urine-incontinentie onder de maat is. Urine-incontinentie wordt vaak niet gediagnosticeerd en blijft daardoor vaak onbehandeld.
Voor professionals die betrokken zijn bij de zorg voor kwetsbare ouderen met urine-incontinentie (zoals verpleegkundigen, verzorgenden, specialisten ouderengeneeskunde) is er de richtlijn ‘Urine-incontinentie bij kwetsbare ouderen’ (2010). Het is op dit moment onduidelijk op welke onderdelen deze richtlijn verouderd is. Ook is het onbekend op welke knelpunten de huidige richtlijn geen antwoorden geeft. In breder verband is het de vraag of er ook knelpunten gelden voor andere doelgroepen of andere vormen van continentie (zoals fecale incontinentie), waarvoor aanvullende modules ontwikkeld moeten worden.
Om deze vragen te beantwoorden voerde Pallas een knelpuntenanalyse uit onder verpleegkundig specialisten, verpleegkundigen en verzorgenden, gecombineerd met een literatuuronderzoek. Op basis van de resultaten uit dit onderzoek stelde Pallas een advies op voor vervolgactiviteiten voor de kwaliteitsstandaard Continentie.
V&VN via ZonMw
Deel dit artikel
Infographic en rapport:
Eeuwijk J, Bunge EM. Knelpunten bij de V&VN richtlijn ‘Urine-incontinentie bij kwetsbare ouderen’. Rotterdam: Pallas, juni 2018.
Deze website gebruikt cookies. Door gebruik te maken van deze website, geef je aan akkoord te zijn met het gebruik van cookies. Lees meer